dinsdag 5 maart 2013

281,282,283 de 300 komt steeds dichterbij

Na mijn verhaaltje van gisteren nu maar even een korte update aan het levenslijst front.
Anderhalve week geleden kreeg ik een App met een foto van een Smelleken en daar dat een schaamsoort van mij is die dus nog steeds ontbrak moest ik hem toch maar eens gaan zoeken.
Zo gezegd zo gedaan zouden jullie nu kunnen zeggen maar niets is minder waar.
Als je het beest kent dan weet je dat het een moeilijk te vinden kreng is eigenlijk.
Zo ook deze na verschillende stukken systematisch te hebben afgezocht en na kortstondig contact met de app verstuurder toch nog maar een laatste stukje nog maar een keertje afspeuren.
En waar valt mijn oog dan op net op het moment dat ik het voor de zoveelste keer wilde opgeven en dat het waarschijnlijk voorlopig nog wel even een schaamsoort zou blijven.
Juist het Smelleken, maar toen ik hem eenmaal in beeld had kon ik snel op de tast mijn camera pakken om de nodige bewijsplaten te schieten wat een geweldig beestje zat daar op een kluit modder.
Voor de duidelijkheid doe ik er ook maar even een gecropte foto bij.
Maar de bovenstaande is om even te laten zien dat het beest perfecte camouflage heeft.
Het is onze kleinste valk maar zeker niet de lelijkste.
Dit werd dus mijn nummer 281 eindelijk na jaren gezocht te hebben.
De nummers 282 en 283 zijn Limburgers die er altijd wel zitten.
Namelijk de Grauwe Gors en de Oehoe.
Beide rode soorten maar altijd wel te doen.
Voor de Gors ben ik al verschijnende keren in Groningen geweest maar daar steeds gedipt.
Nu was Limburg dus eens aan de beurt.
Daar zit ook al jaren de Oehoe te broeden zou dus twee vliegen in 1 klap worden.
Maandagmorgen bleek het een schitterende voorjaars dag te worden en ik besloot dan ook diezelfde middag nog te gaan.
Ik moet van mijn arts veel lopen dus dat zou mooi uitkomen.
Maat gebeld maar die was op dat moment niet thuis afgesproken met zijn vrouw dat als hij binnen een half uur zou bellen ik hem op zou halen.
Wat dan ook ruimschoots binnen de tijd gebeurde.
aangekomen in Puth in het toch wel mooie Limburgs heuvellandschap vonden we al snel de voetbalvelden alwaar de Grauwe Gorzen de afgelopen tijd gezien werden het biotoop aldaar leent zich er ook voor om daar als Grauwe Gors te broeden.
Er stonden al meer vogelaars te speuren maar geen van deze streek genoten van ons Brabanders uit de Peel dus had de beestjes gezien.
Hierop besloten we om terug te lopen naar het voetbalveld waar de beesten steeds gezien werden en na enig speur werk ontdekte ik de eerste in een soort van jeneverbesachtige struiken.Snel Willy geroepen maar die was net te laat om de eerste te zien.
Na er nog een stijf kwartiertje te hebben gewacht lieten de beestjes zich nog mooier zien en konden we beide nog wat foto's maken.
Hierna besloten we nog richting Maastricht te gaan alwaar de Oehoe al op het nest in de st"Pietersberg zit te broeden.
Na een kleine twintig minuten kwamen we daar aan waarop ik de telescoop opstelde en zo een mooie blik in de grot kon werpen waar het beest zit te broeden.
Helaas was het licht niet goed genoeg voor een foto dus dat heb ik maar achterwege gelaten.
Terwijl we daar nog even stonden na te praten met wat lokale limburgers konden we heerlijk genieten van grote groepen overtrekkende Kraanvogels.
Ook onderweg nog enkele grote groepen gezien dat blijft een genot en doet me denken aan een kleine 35 jaar geleden toen dat meer regel dan uitzondering was in de Peel.
282 en 283 waren binnen met als toetje dus de Kranen al met a een heerlijke middag.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten